Ik zou zo graag je gezicht nog even vast willen houden. Je stem nog even horen. Gewoon even m’n gezicht in je nek leggen, het was zo vertrouwd. Gewoon, dat je even spontaan om het hoekje kijkt. Ik wil je gewoon even kunnen vertellen dat ik van je hou. Je heel erg mis. Ook al zei ik het misschien regelmatig, het feit dat ik het niet meer tegen je kan zeggen doet zo’n pijn. Het voelt zo kaal.

Ik zou je even willen vertellen hoe het met me gaat. Ik mis je opbeurende woorden, je support. Je wist altijd precies wat ik nodig had. Gewoon, omdat dit zo vanzelfsprekend was. Soms schopte ik tegen je aan, was ik dwars. Maar ik had het soms zo nodig, juist om mezelf weer te vinden. Ik voel me soms zo schuldig dat ik dat deed. Maar nu het niet meer kan, voel ik hoe nodig ik dat had. Jij wist dat.

Ik zou je zo graag willen vragen of het allemaal genoeg was, wat ik deed, wat ik zei. Ik voel me soms zo schuldig om de dingen die ik nagelaten heb, niet uitgesproken heb. Maar dat bedenk ik allemaal nu je er niet meer bent. Ik heb bevestiging nodig, maar je kunt het me niet meer geven. Het laat me soms zo slecht los. Ik voel me soms zo schuldig, maar weet niet of dat realistisch is. Niemand kan me dat vertellen, me het antwoord geven.

Ik zou je zo graag willen vertellen, hoe leeg het is zonder jou met deze belangrijke mijlpaal. Wat zou je trots zijn geweest, wat zou die trotse lach op je gezicht zijn blijven staan de hele middag. Je glunderende ogen, je blik. Ik mis het zo. Die scheiding doet zo’n pijn van het leven met jou in mijn leven, en het leven nu zonder jou. Gebeurtenissen waarvan jij het bestaan niet afweet, ik je niet mee kan nemen. Je er niet bij kunt zijn. Het is soms zo stil in mij.

Ik zou je zo graag willen vertellen dat het me lukt. Dat ik goed voor mezelf zorg. Dat ik eet en dat het me weer smaakt. Je foto op het kastje, je lieve blik. Wat zou je trots op me zijn. Maar soms gaat het ook gewoon even helemaal niet, en ben ik het heel even kwijt. De zin van het leven is zo veranderd. Het heeft zo’n ander doel nu. Het is als een vaas zonder bloemen, een schoen zonder veter, als een zomer zonder zon, een strand zonder zand. Het is soms zo pijnlijk leeg zonder jou.

Wat zou ik je graag nog eens vragen, waarom je de dingen deed zoals je ze deed. Wat zou ik nu hele gesprekken met je willen voeren, daar waar het soms ook te pijnlijk was om het aan te roeren of ermee te beginnen. Het er niet altijd van kwam. Wat zou ik dat graag doen. Juist nu het niet meer kan.

Wat ik weet, is dat ik je mis. Je kwijt ben. Je niet meer terugkomt. Dat ik een leven leef zonder jouw aanwezigheid. Dat ik er doorheen moet zoals ze dat zo mooi zeggen. En natuurlijk, ik ga dat niet uit de weg. Ik doe dat. Maar het doet zo’n pijn. Het is zo’n gemis. Kon ik je nog maar even zeggen dat je vertrouwen in me moet hebben. Ik het echt wel red. Maar ik realiseer me zo ontzettend goed, dat het leven met jou erbij, gewoon zoveel meer draaglijker was. Je zo’n fijne backup was. Ik altijd mezelf kon zijn bij jou. Genoot van wat we hadden aan elkaar.

Ik mis je zo. Wat doet het bij tijden ontzettend pijn. En wat kan ik vaak enorm naar je verlangen, op welke manier dan ook. Er zit een gat in mijn hart. En ik huil. Want jij, jij was zo enorm belangrijk voor mij. Lieve, lieve jij.